Uitleg van sounding T-skew diagram

 

Deze uitleg maakt deel uit van een sounding project van "de Stormjagers"

 
 
Het T-skew (temperatuur/logaritmische druk) diagram geeft een onmiddellijk beeld van de temperatuur, de vochtigheid en de wind in de atmosfeer boven een bepaald punt op de aarde. Dit wordt weergegeven als een grafiek van de kolom lucht van boven het aardoppervlakte waar het meetpakketje is opgelaten met behulp van een ballon tot ongeveer 16 kilometers hoogte.
 
SOUNDING:
Het pakketje wordt met een ballon opgelaten en de apparatuur registreert de verschillende parameters gedurende de tijd dat het pakketje stijgt. Deze parameters worden radiografisch verzonden naar het weerstation en later in het T-skew diagram weergegeven. De metingen die in het diagram worden weergegeven worden verzameld en berekend en vervolgens ingetekend in de grafiek.
De waarden uit een sounding worden middels rekenkundige formules vertaald in zogenaamde indices. Als u een sounding van een station analyseert dat in de aanvoer van het toekomstige weer zit, kan men voorspellingen doen over hoe het weer zich zal gaan gedragen. Bijvoorbeeld bij een oostelijke stroming een sounding van een station in Duitsland.

Via de onderstaande link kunt u een sounding genereren. Om een sounding te maken van de bilt voert u de stationscode EHDB en het gewenste tijdstip (00:00 uur Zulu of 18:00 uur Zulu) in.

TEMPERATUUR:
De horizontale as is temperatuur in Celsius (C). De verticale as is atmosferische druk in hectoPascal (hPa), die met hoogte vermindert. 1000 hPa is net boven het aardoppervlak voor weerstations/posten dichtbij zeeniveau (en kan goed onder de stationshoogte bij bergposten zijn), 700 is hPa ongeveer 3 km (10.000 voet boven gemiddeld zeeniveau (in veel buitenlandse soundings aangeduid met MSL= mean sea level)), en 500 hPa zijn ongeveer 5,5 km (18.000 MSL). 
De rechter dikke zwarte lijn is de temperatuur van de sounding. De temperatuur wordt afgelezen in de grafiek door het kruisen van de dikke zwarte lijn met blauwe lijnen (Isothermen). De blauwe lijnen lopen van zuidwest naar noordoost (ofwel hellen naar rechts naarmate dat de hoogte toeneemt). De schaalverdeling staat op de x-as weergegeven, van -40° tot 40°C. De helling van de blauwe lijnen komt overeen met de normale temperatuurdaling die het pakketje zou ondervinden tijdens het stijgen in lucht van constant dezelfde samenstelling.
 
DAUWPUNT:
De linker dikke zwarte lijn geeft de dauwpunt temperatuur weer, een maat voor de vochtigheid. Waar de dauwpuntlijn ver van de temperatuurlijn ligt, is de lucht droog; waar deze dicht bij elkaar liggen is de lucht vochtig. Dichter de lijnen, hoger de vochtigheid. Waar de twee lijnen elkaar raken of overlappen, is de lucht verzadigd (de luchtvochtigheid is 100%).
Wanneer de lijnen dicht bij elkaar liggen of overlappend zijn er al wolken aanwezig of worden deze gevormd. Als een verzadigd gebied dicht bij de grond voldoende dik is, valt er neerslag (het regent of het sneeuwt). In dit diagram, schijnt er wolkenlaag aanwezig te zijn tussen de 2500 en 3000 meter. Tevens geeft de scherpe knik in het temperatuur profiel boven de wolken mooi een inversie laag weer.
 
ADIABATEN:
De groene lijnen die van zuidoost naar noordwest lopen zijn "droge adiabaten" die weergeven hoe de temperatuur van droge lucht zou afkoelen als het stijgend ("lifted") was, of zou opwarmen als het zou dalen.
De naar links gebogen blauwe lijnen die van zuidoost naar noordwest zijn "natte adiabaten" die weergeven hoe de temperatuur van een verzadigd luchtpakket zou afkoelen als het zich omhoog beweegt (de temperatuur kan niet dalen als dit pakketje zou dalen, het zal het vocht eerst verdampen en droger worden.
 
WIND:
De windvanen (vlaggetjes), (die langs de rechter as van het diagram worden gevonden) tonen de richting de wind,zichtbaar aan de stand van het vaantje, en de windsnelheid. In dit geval, blaast de wind uit het zuiden aan het aardoppervlak, vanuit het noordwesten in de lagere atmosfeer, vervolgens veranderd naar westerlijk vervolgens weer naar noordwestelijk tijdens het stijgen. De lijnen of vlaggetjes aan de windvaan geven de windsnelheid aan. Een korte lijn betekend 5 knopen (zeemijlen per uur, dat als knoop wordt afgekort) of 5,75 MPU, een lange lijn staat voor 10 knopen (11,5 MPU), en een gevulde driehoek is 50 knopen (57,5 MPU). Als er één driehoek, twee lange lijnen en één korte lijn op de windvaan stonden, zou het met een snelheid van 75 knopen (50+10+10+5) of ongeveer 86 MPU waaien.
 
LAPSE RATE:
De dunne zwarte lijn (in dit voorbeeld vanuit het midden van de x-as naar het Noordwesten) geeft de werkelijke stijging van het luchtpakketje aan
 
MIXING VALUE:
INDICES (lijst met afkortingen aan de rechterzijde):
Deze afkortingen slaan op een punt in de grafiek of zijn berekend aan de hand van een computer model. Deze afkortingen worden de indices genoemd. De indices geven een beeld van de weercondities en kunnen, indien goed uitgelegd, in een weersvoorspelling worden meegenomen.

Klik hier voor uitleg van de indices


© D. den Hooglander 2006
Weerstation Hellevoetsluis